Home > Achtergrond > Cabo Verde: een droom tussen Europa en Afrika
AchtergrondartikelenCabo VerdeReizen

Cabo Verde: een droom tussen Europa en Afrika

De wind blaast iedere dag even hard, de zon verstopt zich soms achter wolken, maar de temperatuur zakt niet onder de 24 graden. Het Kaapverdiaanse eiland Boa Vista is een ruige, ongepolijste, heerlijke vakantiebestemming.

Tekst en foto: Gijs Korevaar

De rij landrovers en jeeps rijdt het dorpje Cabeço das Tarafes binnen, stopt voor een restaurant en de Nederlandse toeristen stappen uit. Jonge Kaapverdianen komen uit de straten en steegjes naar het centrale plein en kijken hun ogen uit. Na een heerlijke lunch met kip, geit en gegrilde tonijn als hoofdbestanddeel krijgen de gasten de tijd om het dorp te verkennen. Tegelijk nemen twee oudere inwoners plaats voor het restaurant. Zij pakken hun gitaren, beginnen te spelen. Rustig ritme, Afrika met een vleugje Portugal in het ruige binnenland van Boa Vista, Kaapverdië.

Het eiland ligt zo’n 460 kilometer van de Afrikaanse kust vandaan, en lijkt wel een verlenging van de Sahel: droog, dor, weinig groen en heel veel zand en stenen. Al aan het eind van de 15e eeuw ontdekt door Portugese zeevaarders. De eilanden waren toen onbewoond en Portugal lijfde de ter hoogte van Senegal gelegen eilanden in. Op het eiland Santiago werd de strafkolonie Tarrafal voor politieke tegenstanders van het regime van distator Salazar gevestigd.   Die koloniale tijd duurde tot 1975, waarna de republiek Cabo Verde ontstond. In al die jaren hebben de Portugese bazen een duidelijk stempel op het land gedrukt. Dat blijkt alleen al uit de taal: op de eilanden wordt vooral Portugees gesproken.

De mix van Europa en Afrika is overal te zien. De keurige asfaltweg van het vliegveld naar de hoofdstad Sal Rei die bij het laatste stuk naar het hotel Marine Beach Club overgaat in een weg met zwarte keitjes vol diepe kuilen. Overige wegen op het eiland zijn ofwel van die keienwegen of het zijn bandensporen in het zand. Bijna alle taxi’s zijn daarom Pick-uptrucks met open achterkant waar de passagiers in de gierende wind mogen zitten. Een alternatief is echter niet voor handen. Geen bushaltes, geen buslijnen, geen enkele vorm van openbaar vervoer. Het verhuren van auto’s is zeldzaam, wel zijn overal quads verkrijgbaar. De luidruchtige vierwielers rijden bij voorkeur over de zandsporen in het lege binnenland.

Overweldigend

De aankomst bij het middelgrote hotel Marine Beach Club is overweldigend. Van het volle TUI-vliegtuig blijken er dit keer slechts vier gasten naar dit resort te gaan. De rest is met een bus naar het immense complex Riu Karamboa dicht bij het vliegveld vertrokken. De vier die bij Sal Rei verblijven worden met een oude landrover vervoerd. Door het tijdverschil met Nederland van twee uur, arriveren de nieuwe gasten al om elf uur lokale tijd bij de receptie. Een grote hotelkamer, twee aaneengeschoven twijfelaars zorgen voor een enorm bed, een ruime badkamer en een terrasje met uitzicht op Sal Rei en op het strand voor de deur van het hotel.

Lopend naar Sal Rei – ongeveer een kwartiertje via de haven naar het centrale plein – waar je boodschappen kunt doen: flessen water is de eerste behoefte, want uit de kraan drinken is niet echt een goed idee. Eind van de middag is de TUI-hostess Nathalie in het hotel om tekst en uitleg te geven. Zij wijst op de supermarktjes en het bestaan van piepkleine, maar uitstekende restaurantjes. Zijn er soms fietsen te huur? Nee, zegt zij. Dat is een keer geprobeerd, maar de Nederlander die daarmee was gestart, vroeg een te hoog bedrag en hij is er al snel mee gestopt.

Om wat verder het eiland te verkennen is dus het aanbod aan excursies die TUI aanbiedt vrijwel de enige mogelijkheid. Naar de ‘authentieke dorpjes’ in het Noorden, een Kaapverdische avond of een tocht naar het zuiden en de nu nog ongerepte stranden. Een snorkeluitstap, duiken of schildpadden en walvissen kijken behoren tot de mogelijkheden.

Boa Vista is naast ruig en onontwikkeld ook een prachtig wandeleiland. Langs het strand lopen van Sal Rei naar de oude steenfabriek bij Rabil en vervolgens door dat dorp langs het vliegveld weer terug is een dagtocht en zeker de moeite waard. En vanaf Marine Beach over de rotsen naar het Fátima-kerkje en dan door naar de Costa de Boa Esperança is ook aan te bevelen.

En een opmerkelijk feit: het zeewater is warmer dan het water in het zwembad van Marine Beach Club. Half januari in zee zwemmen. Het kan echt. En dan niet als nieuwjaarsduik in ijswater.

Ook voor de dagelijkse wandelingen van het hotel naar Sal Rei staan meerdere routes open voor de wandelaar. Via de gewone weg recht het dorp in. Of via de zanderige wandelpaden over de voormalige zoutpannen. Die laatste weg leidt recht naar een sloppenwijk waar het voor toeristen in de avond niet verstandig lijkt om te lopen. Maar overdag is er een sfeer van wederzijdse nieuwsgierigheid. De bewoners vragen zich af wat die witte gasten in hun wijk doen en die gasten kijken op hun beurt vol verbazing rond. Naast de krottenwijk staan rijen splinternieuwe flats. Leeg. Het contrast is enorm. Volgens TUI-medewerkster Nathalie zijn de flats nog niet klaar en moet er vooral aan de riolering nog het een en ander gebeuren. Op een bord bij de flats – woningen voor iedereen staat er op – kondigt de bouwer aan dat de bouw in 2015 gereed zal zijn. Dat is dus niet gelukt.

Vismarkt

In Sal Rei is de vismarkt een plek om ‘s ochtends te bezoeken. De vangst van de dag wordt bewerkt, de tonijn in bruikbare stukken gesneden. Buiten is een groep mannen bezig om met behulp van bijlen en machetes een groot beest – een koe? geit? – in kleinere stukken te hakken. De slager in zijn buiten-werkplaats?

Op de pier die de baai in steekt, komen de kleine vissersbootjes hun lading lossen. Bakken vis worden in een open vrachtauto geladen. Alles gaat handmatig, want de opbrengst per bootje is ongeveer twee of drie emmers. Zolang de grote trawlers van de Europese of Chinese visfabrieken wegblijven, is er voor de kleine vissers van Boa Vista een prima vangst weggelegd. Op alle rotsen langs de kust tussen het dorp en rondom Marine Beach Club staan de hele dag Kaapverdianen met een hengel hun geluk te beproeven voor hun eigen avondmaaltijd.

Die avondmaaltijd is in de restaurantjes van Sal Rei prima verzorgd: in Blu Marlin waar de gegrilde vis uitstekend smaakt of in Naida, waar Kaapverdische specialiteiten worden geserveerd. Beide restaurants zijn te vinden op het centrale plein van de hoofdstad van Boa Vista. Vriendelijke bediening, heerlijk eten, wat wil een toerist nog meer? Reserveren is overigens geen overbodige luxe want er kunnen maar weinig mensen tegelijk zitten.

Als toegift op een heerlijke avond bij Naida staan op het plein een tiental jongeren – vanaf een jaar of acht tot jongens tegen de twintig jaar en één meisje – met verschillende trommels te musiceren. Van enorme bastrommels via de snaartrommels naar de kleine bongo’s swingen de jongeren te midden van een aangroeiende menigte toeschouwers. Natuurlijk toeristen met videocamera’s maar ook Kaapverdianen genieten van de muziek. Het ritmegevoel is fenomenaal, de wisselingen in tempo, improvisaties op de bongo’s, ademloos staan de toeschouwers in de ban van de ritmes. Een oudere Kaapverdiaan met een hoody over zijn hoofd sloft met zijn saxofoon over het pleintje naar de groep en mengt hij zich in het koor. De drummers yellen, zingen, de saxofoon onderstreept de muziek. Kaapverdië, een droom tussen Europa en Afrika – een mix om van te genieten.

Geef een reactie